Google heeft velen verrast met de aankondiging dat het de IoT Core-service volgend jaar beëindigt. De gedachte erachter is dat het bedrijf relevant wil BLIJVEN op het gebied van IoT door de partners in hun netwerk het proces te laten beheren. Een overgangsperiode van een jaar lijkt erg lang, maar wat is de reden voor deze omekeer? En is dit de juiste stap om nu te nemen?

Wat is de gedachte achter deze beslissing? IoT is een tweekoppig monster waarmee zowel Amazon als Microsoft zich geconfronteerd zien. De ene kop staat voor de enorme hoeveelheden gegevens die in de toekomst veel zullen opleveren. Verbonden apparaten bieden veel informatie over bedrijven en consumenten. Al die apparaten, van de regelapparatuur in fabrieken tot de milieuvriendelijke thermostaat thuis, produceren gegevens over productiviteit, energiegebruik, koopgedrag, verkeersstromen en ‑veiligheid, gezondheid, financiën en nog veel meer. Dat is allemaal nuttige informatie die bepaalt hoe de wereld om ons heen tegenwoordig functioneert. Maar die wereld heeft ook behoefte aan beveiliging, privacy en gegevensintegriteit.

De tweede kop van het monster staat voor de apparaten zelf en is dan ook de meest uitdagende. Auto's, thermostaten, pacemakers en verkeerssystemen zijn allemaal zeer verschillend. Ze zijn allemaal gebouwd voor een specifiek doel, en het op een veilige manier in de markt zetten van deze unieke apparaten vraagt om uiteenlopende benaderingen. Een auto communiceert alleen wanneer die is gestart. De batterij van een geïmplanteerde pacemaker heeft een beperkte levensduur. IoT-apparaten zijn gebouwd met unieke technologieën en bieden slechts beperkte rekenkracht. Maar hoe kun je zowel je auto als je pacemaker goed beveiligen als ze zo enorm verschillen? Dat is voor elke leverancier een bijna onmogelijke taak en dat geeft Google hiermee in feite toe.

Het veilig communiceren met een IoT-apparaat voor het verzamelen van gegevens is ingewikkeld. Google, Amazon en de partnernetwerken van Microsoft houden de structuur daarvoor in stand. Google stapt natuurlijk niet uit de gegevensbusiness; ze besteden het verbindingsgedeelte eenvoudigweg uit aan specialistische bedrijven die veilige technische interfaces bouwen voor auto's, pacemakers, domotica, smartcity's en meer.  Maar er gloort hoop aan de horizon, in de vorm van standaardisatie. Marktconsortiums en consolidatie zijn onderdeel van de oplossing.

Matter is een goed voorbeeld van samenwerking binnen de community: producenten, leveranciers (zoals Google) en partners die gezamenlijk een protocol voor automatisering in woningen uitwerken dat wordt gepromoot door de Connectivity Standards Alliance (CSA). 'Hey Siri, Alexa, OK Google, doe de lichten aan, zet muziek op, doe de deur op slot' – enzovoort.  Matter zorgt ervoor dat honderden typen smarthomeapparaten verbinding met elkaar kunnen maken zonder allerlei maatwerkinterfaces. DigiCert neemt al lang deel aan dit initiatief en heeft bijgedragen aan de beveiligingsaspecten van woningautomatisering. Naarmate er meer IoT-apparaten bijkomen, wordt het steeds belangrijker dat die met vertrouwen kunnen communiceren in de digitale wereld.

Google zal deze koerswijziging ongetwijfeld zonder problemen doorstaan, en heeft de juiste keuze gemaakt door een partnernetwerk in te schakelen dat al hard bezig is met het bouwen van veilige verbonden apparaten. IoT is een relatief jonge technologie en er zullen nog vele leermomenten volgen. Google, Amazon, Microsoft en technologiepartners zoals DigiCert werken aan het bieden van digitaal vertrouwen in de verbonden wereld. Het IoT zal alleen maar groeien. OK Google, wat is de volgende stap?